Stopcontacten, waarschijnlijk zijn er behoorlijk wat aanwezig in jouw woning. Dat mag vandaag de dag natuurlijk ook wel, want het aantal elektrische apparaten is de laatste jaren fors toegenomen. Om elektrische apparaten gelijktijdig te kunnen gebruiken, moeten er wel voldoende stopcontacten beschikbaar zijn. Woon je in een betrekkelijk oude woning? Dan is dit waarschijnlijk niet het geval. Je hoeft in dat geval niet direct te verhuizen. Nee, want je kunt ook extra stopcontacten aanleggen. We kennen twee verschillende soorten stopcontacten: geaarde en niet-geaarde. Maar wat is eigenlijk het verschil? Wij vertellen het je in onderstaande tekst!
Verschil in uiterlijke kenmerken
Wanneer we een geaard en een niet-geaard stopcontact naast elkaar leggen, valt direct op dat er verschillen zijn. Een niet-geaard stopcontact is geheel rond van vorm en heeft enkel twee openingen voor de pennen van een stekker. Een geaard stopcontact ziet er wat dat betreft toch enigszins anders uit. Dit stopcontact is niet geheel rond, maar heeft aan beide zijkanten een inkeping. Hierdoor passen alleen stekkers van geaarde apparaten in dit stopcontact. Een geaard stopcontact herken je daarnaast aan twee metalen pennetjes aan de boven- en onderkant.
Geaard stopcontact is veiliger
Je weet nu wat de uiterlijke verschillen zijn tussen geaarde en niet-geaarde stopcontacten. Ook aan de binnenkant verschillen deze stopcontacten echter van elkaar. Het voornaamste verschil is dat een geaard stopcontact een stuk veiliger is. Dit komt doordat dit stopcontact is aangesloten op drie elektriciteitsdraden in plaats van twee. Naast de bruine en blauwe draad heeft een geaard stopcontact ook een geelgroene draad. Laatstgenoemde draad noemen we ook wel de aarde. De aardedraad zorgt er bij overspanning voor dat het overschot aan stroom wordt afgevoerd naar de aarde. Bij een geaard stopcontact kan een elektrisch apparaat niet meer onder stroom komen te staan bij overspanning. Dit is bij een niet-geaard stopcontact wel het geval. Bij een geaard stopcontact loop je dus niet langer het risico een stroomschok te krijgen.